5.9 Sterren kijken

Plotseling stond ik oog in oog met een kleine telescoop. Gekregen van een familielid.
” Daar doe ik toch niets meer mee! ”  Ik moet hebben gekeken als een boa constrictor
die op het punt staat om een kalfje te verslinden. ” Neem ‘ m maar mee! ” hoorde ik.

Het ding had jaren op zolders en rommelkamers doorgebracht en bleek ook wat
wonderlijk in elkaar gezet te zijn door de eerste eigenaar.
Er zitten drie wieltjes aan om de kijker te richten met schaalverdelingen in graden en uren.
Hoe werkt het ? Wat is de systematiek? Eerst alles maar eens uitelkaar geplukt, schoongemaakt, opgelapt, gesmeerd, opnieuw in elkaar gezet en ingesteld.
Het moeilijkste hierbij was er voor zorgen, dat de vizierkijker in de zelfde richting kijkt als de hoofdkijker.

Ik dook eens in de theorie en verzeilde onmiddellijk in een oerwoud van formules, verhandelingen over sterrentijd, declinatie en rechte klimming. Mijn zeer bestofte kennis van de astronomie was eerst maar nauwelijks voldoende om iets in het oculair te krijgen.Het kostte veel tijd. Tijd, die ik natuurlijk ook veel beter zou kunnen gebruiken door er gewoon maar mee te gaan kijken naar de stipjes en vlekjes aan een donkere najaarshemel.


Een van mijn eerste foto’s met mijn camera op het kijkerstatief.
Sterren hebben kleuren !  Witte dwergen, rode reuzen ? Blauwe superreuzen?

Omdat het toch bleef kriebelen ging ik wel verder met het theoretische deel. Nu kan ik met de gegevens uit een sterrengids een aantal heldere objecten vinden met de kijker.

    

Wassende maan!
(Een van mijn eerste astronomische waarnemingen)

Maar hoe moet de kijker worden neergezet ?
Het is een zogenaamde Duitse ( equatoriale ) opstelling.
Hieronder geef ik aan hoe ik dat gedaan heb
Let op, dit is een practische aanwijzing, theoretisch is er van alles op aan te merken.

Allereerst :  Wat is de geografische positie van de plek waar de kijker staat ?
Dat was voor mij : 5 graden en 31 minuten oosterlengte en 52 graden  48 minuten Noorderbreedte.
De uuras van de kijker moet in de richting van de hemelpool wijzen.
De hemelpool wordt gemarkeerd door de poolster.
Een wit draadje met daaraan een spijker geeft het noorden aan op de horizon
als het draadje over de poolster gehouden wordt. Ook: een goed kompas helpt mij om overdag de kijker goed te plaatsen, maar hierbij moet ik rekening houden met de miswijzing van het kompas. Die is overigens in deze decade maar 1 graad, dus dat valt mee!  Ik laat de balansarm van de kijker het Noorden aanwijzen.

Astronomische kijkers hebben in de Duitse montage instelmogelijkheden voor:

1.)    De elevatie van de uuras in graden t.o.v. het horizontale vlak.
Bij mij dus ongeveer 53 graden.

2.)    De uurhoekindicator geeft  0 uur  aan als de kijker precies naar het zuiden wijst.
Ik moest de uurhoekring opnieuw instellen

3.)    De declinatie van het snijpunt van de ecliptica in het westen en het oosten met de
horizon is 0 graden. Ook hier: de declinatiering was in in een vorig leven flink
ontsteld geraakt. Ik weet, dat de kijker bij 0 graden declinatie precies horizontaal moet staan om het westen en het oosten aan te wijzen. Dat is de situatie op de equinoxen van het jaar. Dan is de declinatie van de zon 0 graden. Op de kijkerbuis heb ik een waterpasje aangebracht.

Oh, ja! Het gronddraaivlak moet natuurlijk waterpas zijn!
Daar heb ik een ook waterpasje op geplakt.

Dan pas kun je gaan ijken en kijken.
Een goed hulpmiddel daarvoor is onderstaande link naar een website waar je kunt zien waar op een bepaalde plaats, datum en tijd de zon, de maan en de planeten staan.
http://hemel.waarnemen.com/applets/plandata.cgi
Klopt het met de aanwijzingen op de kijker?
Wel een maandlang zat ik er steeds naast en ook nu is het nog goed opletten.

Een oefening: In de zomer van 2012 was Venus overdag boven de horizon en was
als je wist waar de planeet stond met het blote oog zichtbaar.
De oefening bestaat uit. ” Richt de kijker met behulp van de gegevens van de website
en kijk dan of  Venus precies in het midden van het beeldveld staat.
Het is heel lastig, hoewel overdag de instelringen en instelwieltjes goed zichtbaar zijn en de schaalverdelingen goed af te lezen.

De tweede oefening: Het instellen ’s nachts op bijvoorbeeld de planeet Jupiter.
Die is niet te missen, maar voordat alles klopt . ..

( Je staat dan in het stikdonker te proberen de instelringen af te lezen met een zaklantaarn en dan zie je de eerste tien minuten niks meer doordat je verblind bent.
Dan geknoei met een rood papiertje er voor en heel geleidelijk aan kom je er achter wat die oude sterrenkundigen hebben doorgemaakt met zelfgemaakte apparatuur, zonder computer en matige kijkerlenzen.)

Oefening drie!

Richt de kijker op het punt waarop je verwacht, dat de zon in zijn hoogste punt staat op een bepaalde dag.  Ga kijken of het klopt.
( Ditmaal klopte het inderdaad, en mijn nauwkeurigheid werd door de zon beloond met het wegbranden van de kruisdraadjes in het kijkervizier. Moet nog worden hersteld met haren, lijm en een pincetje. Gepruts van je welste! )
Ja, ik ben natuurlijk wel gewaarschuwd om nooit naar de zon te kijken met een telescoop, maar dat de telescoop zelf blootstaat aan de verwoestende temperatuur van een  7 x vergrote zon .. . dat had ik me niet gerealiseerd.  Enfin: blij dat het mijn netvlies niet was.

Enzovoort !

27 december 2012.

Waarom doe ik het ? ( Mijn hersenwerk is weer ergens mee bezig! Maar ik weet niet precies wat het is.
De parameters, die deze kijker nodig heeft zijn de declinatie en de rechte klimming.
Dat zijn twee gegevens, die kunnen worden ingesteld door het draaien aan de twee wieltjes daarvoor. Ik wil weten hoeveel wielslagen er nodig zijn voor de verstelling van een graad declinatie en een graad rechte klimming.
De declinatie neemt toe met 4 graden per hele slag ervan.
De rechte klimming: 10 minuten per slag.

En dan is het al weer gebeurd voor ik er zelf erg in heb:  Er bestaan motortjes, die per puls een precies aantal graden hoekverdraaiing geven.
Er zijn ook ( zie de betreffende post : Raspberry ) kleine computers, die je er toe kunt brengen om een vastgesteld aantal pulsen af te geven.
Natuurlijk wil ik nu, dat de kijker zich richt op een hemelobject met een in te geven declinatie en rechte klimming.
Helse spreadsheets, UTC vs locale sterrentijd. ..  Zou het goedkomen?
Er komt nogal wat programmeerkunst in EXCEL aan te pas en een aantal astronomische begrippen.
Aan de ene kant: ” Het zijn twee op elkaar toebuigende projecten. Ik kan de raspberrycomputer dan ergens nuttig voor inzetten.”
Aan de andere kant: ” Het is een ongelooflijke uitdaging van fijnmechanische aard. En fijnmechaniek is nu niet direct mijn allersterkste punt.

Maar ik heb de LTD stirling toch ook aan de gang gekregen?
Kortom: Ik ga ervoor. Maar het kan wel twee jaar duren.

eind april 2013: Het spreadsheet is klaar en vertaalt de parameters declinatie en rechte klimming in een aantal slagen vanuit het nulpunt op de sterrenhemel: het lentepunt.
Het vinden van het lentepunt vereist het paraat hebben van de sterrentijd.
“De sterrentijd is de uurhoek van het lentepunt” en is natuurlijk te berekenen.
Daarvoor is het tijdstip waarop de lente begint belangrijk. Vanaf dat tijdstip telt de
“sterrenklok” per dag van 24 uur iedere dag in 23 uur 56 minuten en 4.1 seconden een sterrendag af. Tevens is de sterrentijd afhankelijk van de geografische lengte van de waarnemer. Voer voor een computer dus.

Maar het is niet leuk met een computer. Er zijn tientallen websites waarop je sterrentijd kunt vinden. Maar kan ik niet zelf een klok zover krijgen, dat die de sterrentijd weergeeft? Dat vind ik veel leuker!.

Dus als soort bliksemafleider maakte ik dit Sterrentijdklokje! 

Maar ik ga verder met de sturing van de sterrenkijker. Dat betekent: Stappenmotoren bestellen en die moeten aan de kijker worden gezet. Met wormwieloverbrenging en tandwielen.
Het stuk wiskunde is achter de rug. Alleen de vertaling ervan in een voor mijn Raspberry begrijpbare taal ( Python ) moet nog gebeuren. Maar daar zijn wel voorbeelden van.

 

Geef een reactie